
NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses is een medisch hulpmiddel dat is ontworpen om volwassenen te ondersteunen bij de behandeling van tabaksverslaving. Elke uitgifte komt vrij 1 mg nicotine in 0,07 ml oplossing, wat snelle verlichting biedt van nicotineontwenningsverschijnselen, waaronder het verlangen om te roken. Deze oromucosale spray is ideaal voor degenen die hun rookgewoonte geleidelijk willen verminderen of voor degenen die klaar zijn om definitief te stoppen. De formulering omvat ethanol, propyleenglycol e Gebutyleerd hydroxytolueen, naast andere hulpstoffen, om een effectieve afgifte van nicotine te garanderen. Met een totaal van 150 dosesNicoretteQuick vertegenwoordigt een praktische en discrete oplossing om de hunkering naar nicotine op elk moment van de dag te beheersen.
ACTIEVE INGREDIËNTEN
Actieve ingrediënten in NicoretteQuick 1 mg/spray met 150 doses - Wat is het actieve ingrediënt van NicoretteQuick 1 mg/spray met 150 doses?
Eén spray levert 1 mg nicotine in 0,07 ml oplossing. 1 ml oplossing bevat 13,6 mg nicotine. Hulpstoffen met bekend effect: Ethanol 7,1 mg/dosis; Propyleenglycol 11 mg/dosering; Gebutyleerd hydroxytolueen 363 ng/shot. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
HULPSTOFFEN
Samenstelling van NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses - Wat bevat NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses?
Propyleenglycol (E1520), watervrije ethanol, trometamol, poloxameer 407, glycerol (E422), natriumwaterstofcarbonaat, levomenthol, muntsmaak, verfrissende smaak, sucralose, acesulfaamkalium, gebutyleerd hydroxytolueen (E321), zoutzuur (voor pH-aanpassing), gezuiverd water.
INDICATIES
Therapeutische indicaties NicoretteQuick 1 mg/spray, dosering 150 doses - Waarom wordt NicoretteQuick 1 mg/spray, dosering 150 doses gebruikt? Waar is het voor?
Nicorettequick wordt gebruikt voor de behandeling van tabaksverslaving bij volwassenen door de ontwenningsverschijnselen van nicotine te verlichten, waaronder het verlangen om te roken tijdens een poging om te stoppen met roken, of om de rookgewoonten te verminderen voordat u uiteindelijk stopt met roken. Het uiteindelijke doel is een definitieve stopzetting van het tabaksgebruik. Het gebruik van Nicorettequick dient bij voorkeur gecombineerd te worden met een gedragsondersteunend programma.
CONTRA-INDICATIES BIJWERKINGEN
Contra-indicaties NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses - Wanneer mag NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses niet worden gebruikt?
• Overgevoeligheid voor nicotine of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. • Kinderen jonger dan 18 jaar. • Proefpersonen die nog nooit gerookt hebben.
DOSERING
Hoeveelheid en wijze van inname van NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses - Hoe wordt NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses toegediend?
Dosering Ondersteuning en gedragstherapie verhogen meestal het slagingspercentage. Volwassenen en ouderen Je kunt maximaal 4 pompen per uur gebruiken. Neem niet meer dan 2 pufjes per dosering en 64 pufjes (4 pufjes per uur gedurende een periode van 16 uur) binnen een periode van 24 uur. Abrupt stoppen met roken Voor rokers die direct willen en willen stoppen met roken. Individuen moeten volledig stoppen met roken tijdens het gebruik van Nicorettequick. De volgende grafiek illustreert het aanbevolen gebruikstijdstip van de oromucosale spray tijdens de volledige behandeling (fase I) en tijdens de reductiefasen (fase II en fase III). Fase I: week 1 t/m 6 Gebruik 1 of 2 trekjes als u een sigaret zou hebben gerookt of als u zin heeft om te roken. Als een enkel trekje de drang om te roken niet binnen een paar minuten onder controle houdt, neem dan een tweede trekje. Indien er 2 verstrekkingen nodig zijn, is het in de toekomst mogelijk om 2 verstrekkingen achter elkaar te doen. De meeste rokers hebben elke 30 minuten tot 1 uur 1 of 2 trekjes nodig. Fase II: week 7 t/m 9 Begin met het verminderen van het aantal dagelijkse verstrekkingen. Tegen het einde van week 9 moeten de proefpersonen het gemiddelde aantal dagelijkse pufjes dat in fase I werd gebruikt, hebben GEHALVEERD. Fase III: week 10 tot 12 Ga door met het verminderen van het aantal pufjes per dag, zodat de proefpersonen in week 12 niet meer dan 4 pufjes per dag gebruiken. Wanneer proefpersonen het aantal verstuivingen hebben teruggebracht tot 2-4 per dag, moet het gebruik van de oromucosale spray worden stopgezet. Voorbeeld: Als u gemiddeld 15 sigaretten per dag rookt, moeten er gedurende de dag minstens 15 keer 1-2 trekjes worden gebruikt. Als hulpmiddel bij het voortzetten van het stoppen met roken na fase III kunnen personen oromucosale spray blijven gebruiken in situaties waarin ze sterk in de verleiding komen om te roken. U kunt een enkel trekje gebruiken in situaties waarin u de drang voelt om te roken, met een tweede trekje als het eerste binnen een paar minuten geen effect heeft gehad. In dit stadium mogen niet meer dan vier sprays per dag worden gebruikt. Geleidelijk stoppen door geleidelijke vermindering van het roken. Voor rokers die niet abrupt willen stoppen met roken of daar niet aan toe zijn. De oromucosale spray kan tussen de sigaretten door worden gebruikt om de rookvrije intervallen te verlengen en met als doel het roken zoveel mogelijk te verminderen. De patiënt moet zich ervan bewust zijn dat ongepast gebruik van de spray de bijwerkingen kan vergroten. Een sigaret moet worden vervangen door een dosis (1-2 trekjes) en een poging om te stoppen met roken moet worden ondernomen zodra de roker zich er klaar voor voelt en in ieder geval niet later dan 12 weken na het begin van de behandeling. Als na zes weken behandeling geen vermindering van de sigarettenconsumptie wordt bereikt, moet een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg worden geraadpleegd. Na het stoppen met roken moet het aantal trekjes per dag geleidelijk worden verminderd. Wanneer proefpersonen de toediening hebben teruggebracht tot 2-4 verstuivingen per dag, dient de oromucosale spray te worden stopgezet. Regelmatig gebruik van de oromucosale spray langer dan 6 maanden wordt niet aanbevolen. Sommige voormalige rokers hebben mogelijk een langere behandeling met oromucosale spray nodig om te voorkomen dat ze opnieuw gaan roken. De resterende oromucosale spray moet worden bewaard voor gebruik in geval van een plotselinge wens om te roken. Pediatrische populatie Geef Nicorettequick niet aan iemand jonger dan 18 jaar. Er is geen ervaring met de behandeling van adolescenten jonger dan 18 jaar met Nicorettequick. Wijze van toediening Na de bereiding richt u de sproeikop zo dicht mogelijk bij uw mond. Druk stevig op de bovenkant van de dispenser en spuit een spray in uw mond, waarbij u uw lippen vermijdt. Proefpersonen mogen tijdens het doseren niet inademen, om te voorkomen dat de spray in de luchtwegen wordt verneveld. Voor het beste resultaat mag u het product een paar seconden na de dosering niet doorslikken. Proefpersonen mogen geen voedsel of drank consumeren tegelijkertijd met het innemen van de oromucosale spray.
BEHOUD
Bewaren NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses - Hoe wordt NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses bewaard?
Niet bewaren bij een temperatuur boven de 30 graden °C
WAARSCHUWINGEN
Waarschuwingen NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses - Bij NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses is het belangrijk om te weten dat:
Nicorettequick mag niet worden gebruikt door niet-rokers. De voordelen van stoppen met roken wegen zwaarder dan de risico's die gepaard gaan met de juiste toediening van nicotinevervangende therapie (NRT). Voor patiënten met de volgende aandoeningen moet een risico-batenanalyse worden gemaakt door geschikt medisch personeel: • Hart- en vaataandoeningen: verslaafde rokers die onlangs een hartinfarct hebben gehad, onstabiele of verergerde angina pectoris, waaronder Prinzmetal-angina, ernstige hartritmestoornissen of recentelijk cerebrovasculair accident en/of mensen die lijden aan ongecontroleerde hypertensie, zij moeten worden aangemoedigd om te stoppen met roken door middel van niet-farmacologische interventies (bijvoorbeeld counseling). Als dit niet lukt, kan oromucosale spray worden overwogen, maar aangezien de veiligheidsgegevens bij deze patiëntengroep beperkt zijn, mag de behandeling alleen worden gestart onder strikt medisch toezicht. • Diabetes mellitus. Patiënten met diabetes mellitus moeten worden geadviseerd om de bloedsuikerspiegel zorgvuldiger dan normaal te controleren als het roken wordt gestopt en NRT wordt gestart, omdat de vermindering van de door nicotine geïnduceerde afgifte van catecholamine het koolhydraatmetabolisme kan beïnvloeden. • Allergische reacties: aanleg voor angio-oedeem en urticaria. • Nierschade en leverinsufficiëntie: Wees voorzichtig bij gebruik bij patiënten met een matige tot ernstige leverfunctiestoornis en/of ernstige nierfunctiestoornis, aangezien een verminderde klaring van nicotine of zijn metabolieten kan optreden, met de mogelijkheid van verhoogde bijwerkingen. • Feochromocytoom en ongecontroleerde hyperthyreoïdie: wees voorzichtig bij ongecontroleerd hyperthyreoïdie of feochromocytoom, omdat nicotine de afgifte van catecholamines veroorzaakt. • Gastro-intestinale pathologie: nicotine kan de symptomen verergeren bij patiënten met oesofagitis, maag- of maagzweren; Onder deze omstandigheden moeten NRT-preparaten met voorzichtigheid worden gebruikt. Pediatrische populatie Gevaar bij kinderen: doses nicotine die door rokers worden verdragen, kunnen bij kinderen ernstige toxiciteit veroorzaken, zelfs met fatale afloop. Producten die nicotine bevatten mogen niet worden achtergelaten op plaatsen waar ze door kinderen kunnen worden aangeraakt of ingeslikt; zie rubriek 4.9 Overdosering. Overgedragen verslaving: Overdraagbare verslaving kan voorkomen, maar is minder schadelijk en gemakkelijker te stoppen dan een rookverslaving. Stoppen met roken: Polycyclische aromatische koolwaterstoffen in tabaksrook induceren het metabolisme van geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door CYP1A2 (en mogelijk CYP1A1). Wanneer een roker stopt met roken, kan hij of zij een vertraging van de stofwisseling ervaren, wat resulteert in verhoogde concentraties van deze geneesmiddelen in het bloed. Dit is potentieel klinisch relevanter voor producten met een smal therapeutisch venster, zoals theofylline, tacrine, clozapine en ropinirol. Bij het stoppen met tabaksgebruik kan de plasmaconcentratie van andere geneesmiddelen die gedeeltelijk door CYP1A2 worden gemetaboliseerd (bijv. imipramine, olanzapine, clomipramine en fluvoxamine) toenemen, hoewel gegevens die deze theorie ondersteunen schaars zijn en de mogelijke klinische betekenis van dit effect voor dergelijke geneesmiddelen onbekend is. Een beperkte hoeveelheid gegevens wijst erop dat roken het metabolisme van flecaïnide en pentazocine kan induceren. Hulpstoffen: Dit geneesmiddel bevat ongeveer 7 mg alcohol (ethanol) per dosis, wat overeenkomt met 97 mg per ml. De hoeveelheid voor één shot komt overeen met minder dan 2 ml bier of 1 ml wijn. De kleine hoeveelheid alcohol in dit geneesmiddel zal geen significant effect hebben. Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol (23 mg) natrium per spray, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is. Dit geneesmiddel bevat 11 mg propyleenglycol per dosis, overeenkomend met 150 mg/ml. Door de aanwezigheid van gebutyleerd hydroxytolueen kan Nicorettequick plaatselijke huidreacties (bijvoorbeeld contactdermatitis) of irritatie van de ogen en slijmvliezen veroorzaken. Er moet voor worden gezorgd dat tijdens de toediening contact van de oromucosale spray met de ogen wordt vermeden.
INTERACTIES
Interacties NicoretteQuick 1 mg/spray, dosering 150 doses - Welke medicijnen of voedingsmiddelen kunnen het effect van NicoretteQuick 1 mg/spray, dosering 150 doses beïnvloeden?
Er is nog geen klinisch significante interactie tussen nicotinevervangingstherapie en andere geneesmiddelen bevestigd. Nicotine kan echter de hemodynamische effecten van adenosine versterken, d.w.z. verhoogde bloeddruk en hartslag, evenals een verhoogde pijnreactie (angina pectoris-achtige pijn op de borst) veroorzaakt door toediening van adenosine (zie rubriek 4.4, Stoppen met roken).
BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses, bijwerkingen veroorzaken. - Wat zijn de bijwerkingen van NicoretteQuick 1 mg/spray, 150 doses?
Ontwenningsverschijnselen van nicotine Ongeacht de gebruikte middelen is het bekend dat er een verscheidenheid aan symptomen in verband wordt gebracht met het stoppen met het gebruikelijke tabaksgebruik. Deze omvatten emotionele of cognitieve effecten zoals dysforie of depressieve stemming; slapeloosheid; prikkelbaarheid, frustratie of woede; spanning; concentratieproblemen en rusteloosheid of ongeduld. Lichamelijke effecten zoals een verlaging van de hartslag kunnen ook optreden; verhoogde eetlust of gewicht, duizeligheid of presyncopale symptomen, hoesten, obstipatie, bloedend tandvlees of aften, of nasofaryngitis. Bovendien, en van klinisch belang, kan het verlangen naar nicotine een diepe drang om te roken veroorzaken. Nicorettequick kan bijwerkingen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met die welke gepaard gaan met nicotine die op andere manieren wordt ingenomen en die voornamelijk afhankelijk zijn van de dosis. Bij daarvoor gevoelige personen kunnen allergische reacties zoals angio-oedeem, urticaria of anafylaxie optreden. Lokale bijwerkingen van toediening zijn vergelijkbaar met die waargenomen bij andere orale vormen. In de eerste dagen van de behandeling kan mond- en keelirritatie optreden; hik is ook een bijzonder vaak voorkomend effect. Gewenning is normaal bij langdurig gebruik. Dagelijkse gegevensverzameling bij proefpersonen toonde aan dat de meest voorkomende bijwerkingen werden gemeld met een begin in de eerste 2-3 weken van gebruik van oromucosale sprays, en daarna afnamen. Bijwerkingen die zijn waargenomen met oromucosale nicotineformuleringen, geïdentificeerd uit klinische onderzoeken en tijdens postmarketingervaring, worden hieronder weergegeven. De frequentiecategorie werd geschat op basis van klinische onderzoeken voor bijwerkingen die tijdens postmarketingervaring werden vastgesteld. Zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100 tot <1/10); soms (≥1/1.000 tot <1/100); zelden (≥ 1/10.000 tot <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden geschat).
| Systeem- en orgaanclassificatie | Gemelde bijwerkingen |
| Immuunsysteemaandoeningen | |
| Gemeente | Overgevoeligheid |
| Niet bekend | Allergische reacties, waaronder angio-oedeem en anafylaxie |
| Psychiatrische stoornissen | |
| Soms | Abnormale dromen |
| Zenuwstelselaandoeningen | |
| Heel gebruikelijk | Hoofdpijn |
| Gemeente | Dysgeusie, paresthesie |
| Oogpathologieën | |
| Niet bekend | Wazig zicht, toegenomen tranen |
| Hartziekten | |
| Soms | Hartkloppingen, tachycardie |
| Niet bekend | Atriale fibrillatie |
| Vasculaire pathologieën | |
| Soms | Roodheid, hypertensie |
| Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: | |
| Heel gebruikelijk | Hik, irritatie van de keel |
| Gemeente | Hoest |
| Soms | Bronchospasme, rinorroe, dysfonie, kortademigheid, verstopte neus, orofaryngeale pijn, niezen, beklemd gevoel in de keel |
| Maagdarmstelselaandoeningen | |
| Zeer gebruikelijk | Misselijkheid |
| Gemeente | Buikpijn, droge mond, diarree, dyspepsie, winderigheid, hypersecretie van speeksel, stomatitis, braken |
| Soms | Boeren, tandvleesbloeding, glossitis, blaarvorming en afschilfering van het mondslijmvlies, orale paresthesie |
| Zeldzaam | Dysfagie, orale hypesthesie, kokhalzen |
| Niet bekend | Droge keel, maag-darmstoornissen, pijnlijke lippen. |
| Pathologieën van de huid en het onderhuidse weefsel | |
| Soms | Hyperhidrose, jeuk, huiduitslag, urticaria |
| Niet bekend | Erytheem |
| Systemische pathologieën en aandoeningen met betrekking tot de toedieningsplaats | |
| Gemeente | Branderig gevoel, vermoeidheid |
| Soms | Asthenie, ongemak en pijn op de borst, malaise |
Melding van vermoedelijke bijwerkingen. Het melden van vermoedelijke bijwerkingen die optreden na toelating van het geneesmiddel is belangrijk, omdat hierdoor een continue monitoring van de baten/risicoverhouding van het geneesmiddel mogelijk is. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem op www,aifa.gov.it/content/segnalazioni-reazioni-avverse.
OVERDOSERING
Overdosering NicoretteQuick 1 mg/spray met 150 doses - Wat zijn de risico's van NicoretteQuick 1 mg/spray met 150 doses in geval van een overdosis?
Directe symptomen van een overdosis nicotine kunnen optreden bij patiënten die vóór de behandeling een lage nicotine-inname hadden of als nicotine gelijktijdig uit meerdere bronnen wordt geconsumeerd. Symptomen van overdosering vallen samen met die van acute nicotinevergiftiging en omvatten misselijkheid, braken, verhoogde speekselvloed, buikpijn, diarree, zweten, hoofdpijn, duizeligheid, gehoorstoornissen en duidelijke zwakte. Bij hoge doseringen kunnen deze symptomen gevolgd worden door hypotensie, zwakke en onregelmatige hartslag, ademhalingsmoeilijkheden, vermoeidheid, collaps van de bloedsomloop en algemene convulsies. Pediatrische populatie Doses nicotine die volwassen rokers tijdens de behandeling verdragen, kunnen ernstige vergiftigingsverschijnselen veroorzaken met zelfs fatale gevolgen bij kinderen. Vermoedelijke nicotinevergiftiging bij een kind moet worden behandeld als een medisch noodgeval dat onmiddellijk ingrijpen vereist. Beheer van een overdosis: De toediening van nicotine moet onmiddellijk worden stopgezet en de patiënt moet symptomatisch worden behandeld. Als er een overmatige hoeveelheid nicotine wordt ingenomen, vermindert actieve kool de gastro-intestinale absorptie van nicotine. Aangenomen wordt dat de acute minimale dodelijke orale dosis nicotine bij mensen tussen 40 en 60 mg ligt.
ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, geeft u borstvoeding of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u NicoretteQuick 1 mg/spray 150 doses inneemt.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd/Anticonceptie bij mannen en vrouwen De nadelige effecten van het roken van tabak op de menselijke conceptie en zwangerschap zijn bekend, terwijl de effecten van op nicotine gebaseerde therapeutische behandelingen onbekend zijn. Omdat er tot nu toe geen specifieke aanbevelingen met betrekking tot de noodzaak van anticonceptie voor vrouwen noodzakelijk zijn geacht, is de meest voorzichtige voorwaarde voor vrouwen die van plan zijn zwanger te worden niet te roken en geen NRT te gebruiken. Wat mannen betreft, is het bekend dat roken nadelige effecten kan hebben op de mannelijke vruchtbaarheid, maar er is geen bewijs dat mannen speciale anticonceptiemaatregelen moeten nemen tijdens NRT-behandeling.Zwangerschap Roken tijdens de zwangerschap gaat gepaard met risico's zoals intra-uteriene groeivertraging, vroeggeboorte of doodgeboorte. Stoppen met roken is de enige werkelijk effectieve interventie om de gezondheid van de zwangere roker en haar baby te verbeteren. Hoe eerder onthouding wordt bereikt, hoe beter de resultaten zullen zijn. Nicotine wordt overgedragen op de foetus, met gevolgen voor de ademhalingsbewegingen en bloedsomloop van laatstgenoemde. Het effect op de bloedsomloop is afhankelijk van de dosis. Daarom moeten zwangere rokers altijd het advies krijgen om volledig te stoppen met roken, zonder hun toevlucht te nemen tot nicotinevervangende therapie. Het risico van doorgaan met roken kan ernstigere gevaren voor de foetus met zich meebrengen dan het gebruik van nicotinevervangende producten in een gecontroleerd programma voor het stoppen met roken. Het gebruik van Nicorettequick door een zwangere roker mag alleen plaatsvinden op advies van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Borstvoeding Nicotine gaat vrijelijk over in de moedermelk in hoeveelheden die voldoende zijn om de baby te beïnvloeden, zelfs bij therapeutische doses. Daarom moet u het gebruik van Nicorettequick vermijden terwijl u borstvoeding geeft. Als u niet kunt stoppen met roken, mag Nicorettequick door rokers die borstvoeding geven alleen worden gebruikt op advies van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Vrouwen moeten het product onmiddellijk na de borstvoeding innemen en zo lang mogelijk (2 uur wordt aanbevolen) wachten met de volgende voeding. Vruchtbaarheid Roken verhoogt het risico op onvruchtbaarheid bij vrouwen en mannen. In vitro-onderzoeken hebben aangetoond dat nicotine de kwaliteit van menselijk sperma negatief kan beïnvloeden. Bij ratten zijn verminderde vruchtbaarheid en verminderde spermakwaliteit aangetoond.
RIJDEN EN MACHINES GEBRUIKEN
Neem NicoretteQuick 1 mg/spray 150 doses in voordat u gaat autorijden of machines bedient. Heeft NicoretteQuick 1 mg/spray 150 doses invloed op de rijvaardigheid en het gebruik van machines?
Nicorettequick heeft een verwaarloosbare of geen invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.








