Ga direct naar productinformatie
1 van 1

ANGELINI SpA

Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten

Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten

Normale prijs €15,50
Normale prijs €15,50 Aanbiedingsprijs €15,50
Aanbieding Uitverkocht
Belastingen inbegrepen. Verzendkosten worden berekend bij de checkout.
Logo Farmaci da banco

Moment 200 mg pijnstiller het is een medicijn op basis van ibuprofen, met actie pijnstiller, ontstekingsremmend e antipyretisch. Geïndiceerd voor de behandeling van hoofdpijn, kiespijn, neuralgie, spier- en gewrichtspijn e menstruatiepijn, het is ook handig in het geval van koorts en symptomen griep. Handige omhulde tabletten om in te nemen, voor bijv Snelle pijnverlichting.

Geproduceerd netto gewicht

Ean

025669185

Minsan

025669185

Alle details bekijken

Moment 200 mg 36 omhulde tabletten is een zonder recept verkrijgbaar geneesmiddel op basis van ibuprofen, analgetisch, ontstekingsremmend en koortswerend molecuul. Moment 36 Tablets is geïndiceerd voor de behandeling van pijnen van verschillende oorsprong en aard zoals: hoofdpijn, kiespijn, neuralgie, osteoarticulaire en spierpijn, menstruatiepijn.

Deantipyretische werking van Moment Ibuprofen 36 tabletten verlaag de temperatuur en draagt bij aan de symptomatische behandeling van koorts en griep.

 

ACTIEVE INGREDIËNTEN

Actieve ingrediënten in Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten - Wat is het actieve ingrediënt in Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten?

Elke omhulde tablet bevat het werkzame bestanddeel: ibuprofen 200 mg. Hulpstoffen met bekend effect: sucrose, natrium. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

 

HULPSTOFFEN

Samenstelling van Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten - Wat bevat Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten?

Elke tablet bevat: maïszetmeel, natriumcarboxymethylzetmeel, povidon, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, talk, hydroxypropylcellulose, Arabische gom, sucrose, macrogol 6000, licht magnesiumcarbonaat, titaniumdioxide.

 

INDICATIES

Therapeutische indicaties Moment 200 mg ibuprofen 12 omhulde tabletten - Waarom wordt Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten gebruikt? Waar is het voor?

Pijn van verschillende oorsprong en aard (hoofdpijn, kiespijn, neuralgie, osteo-articulaire en spierpijn, menstruatiepijn). Adjuvans bij de symptomatische behandeling van koorts- en grieptoestanden.

 

CONTRA-INDICATIES BIJWERKINGEN

Contra-indicaties Moment 200 mg analgetisch 36 omhulde tabletten - Wanneer mag Moment 200 mg analgetisch 36 omhulde tabletten niet worden gebruikt?

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, voor andere antireumatische geneesmiddelen (acetylsalicylzuur, enz.) of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen; kinderen jonger dan 12 jaar; derde trimester van de zwangerschap en borstvoeding (zie rubriek 4.6); actieve of ernstige gastroduodenale ulcera of andere gastropathieën; voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloeding of perforatie gerelateerd aan eerdere actieve behandelingen of voorgeschiedenis van recidiverende maagbloeding/zweer (twee of meer afzonderlijke episoden van aangetoonde ulceratie of bloeding); ernstig lever- of nierfalen; ernstig hartfalen (NYHA-klasse IV); ernstige uitdroging (veroorzaakt door braken, diarree of onvoldoende vochtinname).

 

DOSERING

Hoeveelheid en wijze van inname van Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten - Hoe wordt Moment 200 mg Ibuprofen 12 omhulde tabletten ingenomen?

Dosering, volwassenen en adolescenten ouder dan 12 jaar: 1-2 tabletten, 2-3 keer per dag. Overschrijd de dosis van 1200 mg (6 tabletten) per dag niet. Als het gebruik van het geneesmiddel langer dan 3 dagen nodig is bij adolescenten van 12 jaar of ouder, of in geval van verergering van de symptomen, dient de arts te worden geraadpleegd. De aanbevolen doseringen niet overschrijden. Oudere patiënten moeten zich houden aan de hierboven aangegeven minimale doseringen (zie rubriek 4.4). Bijwerkingen kunnen tot een minimum worden beperkt door de laagste effectieve dosis te gebruiken voor de kortst mogelijke behandelingsduur die nodig is om de symptomen onder controle te houden (zie rubriek 4.4). Nierfunctiestoornis: Bij patiënten met een lichte of matige vermindering van de nierfunctie moet de dosering zo laag mogelijk worden gehouden gedurende de kortst mogelijke periode die nodig is om de symptomen onder controle te houden, en moet de nierfunctie worden gecontroleerd. Leverinsufficiëntie: Bij patiënten met een lichte of matige vermindering van de leverfunctie moet de dosering zo laag mogelijk worden gehouden gedurende de kortst mogelijke periode die nodig is om de symptomen onder controle te houden, en moet de leverfunctie worden gecontroleerd. Moment is gecontra-indiceerd bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3). Pediatrische patiënten: Moment is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan 12 jaar (zie rubriek 4.3). Wijze van toediening: Moment kan op een lege maag worden ingenomen. Bij personen met problemen met de maagverdraagbaarheid verdient het de voorkeur het geneesmiddel op een volle maag in te nemen.

 

BEHOUD

Bewaarmoment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten - Hoe bewaart u Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten?

Voor dit geneesmiddel is er geen specifieke bewaartemperatuur vereist.

 

WAARSCHUWINGEN

Waarschuwingen Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten - On Moment 200 mg pijnstiller 36 omhulde tabletten Het is belangrijk om te weten dat:

Bij astmapatiënten moet het product met voorzichtigheid worden gebruikt, na medische evaluatie. Het gebruik van Moment wordt, zoals bij elk geneesmiddel dat de synthese van prostaglandinen en cyclo-oxygenase remt, niet aanbevolen bij vrouwen die zwanger willen worden. De toediening van Moment moet worden opgeschort bij vrouwen die vruchtbaarheidsproblemen hebben of die vruchtbaarheidsonderzoek ondergaan. Bijwerkingen kunnen tot een minimum worden beperkt door de laagste effectieve dosis te gebruiken voor de kortst mogelijke behandelingsduur die nodig is om de symptomen onder controle te houden (zie onderstaande paragrafen over gastro-intestinale en cardiovasculaire risico's). Ouderen: Oudere patiënten hebben een verhoogde frequentie van bijwerkingen op NSAID's, vooral gastro-intestinale bloedingen en perforaties, die fataal kunnen zijn (zie rubriek 4.2). Cardiovasculaire en cerebrovasculaire effecten Klinische studies suggereren dat het gebruik van ibuprofen, vooral bij hoge doses (2400 mg/dag), geassocieerd kan zijn met een bescheiden toename van het risico op arteriële trombotische voorvallen (bijv. myocardinfarct of beroerte). Over het algemeen wijzen epidemiologische onderzoeken er niet op dat lage doses ibuprofen (bijvoorbeeld <= 1200 mg/dag) geassocieerd zijn met een verhoogd risico op arteriële trombotische voorvallen. Patiënten met ongecontroleerde hypertensie, congestief hartfalen (NYHA klasse II-III), vastgestelde ischemische hartziekte, perifere arteriële ziekte en/of cerebrovasculaire ziekte mogen alleen na zorgvuldige overweging met ibuprofen worden behandeld en hoge doses (2400 mg/dag) moeten worden vermeden. Er moet ook zorgvuldige afweging worden gemaakt voordat patiënten met risicofactoren voor cardiovasculaire voorvallen (bijv. hypertensie, hyperlipidemie, diabetes mellitus, het roken van sigaretten) een langdurige behandeling ondergaan, vooral als hoge doses (2400 mg/dag) ibuprofen noodzakelijk zijn. Voorzichtigheid is geboden voordat de behandeling wordt gestart bij patiënten met een positieve voorgeschiedenis van hypertensie en/of hartfalen, aangezien vochtretentie, hypertensie en oedeem zijn gemeld in verband met behandeling met NSAID's. NSAID’s kunnen de hoeveelheid diuretica verminderen, in tegenstelling tot andere antihypertensiva (zie rubriek 4.5). Gastro-intestinale bloedingen, ulceratie en perforatie: het gelijktijdig gebruik van Moment met NSAID’s, inclusief selectieve cyclo-oxygenase-2 (COX-2)-remmers, moet worden vermeden vanwege een verhoogd risico op ulceratie en bloeding (zie rubriek 4.5). Gastro-intestinale bloedingen, ulceraties en perforaties, die fataal kunnen zijn, zijn op elk moment gemeld tijdens de behandeling met alle NSAID’s, met of zonder waarschuwingssymptomen of een voorgeschiedenis van ernstige gastro-intestinale voorvallen. Bij ouderen en bij patiënten met een voorgeschiedenis van zweren, vooral indien gecompliceerd door bloedingen of perforaties (zie rubriek 4.3), is het risico op gastro-intestinale bloedingen, zweren of perforaties groter bij hogere doses NSAID’s. Deze patiënten moeten de behandeling starten met de laagst beschikbare dosis. Bij deze patiënten moet gelijktijdig gebruik van beschermende middelen (misoprostol of protonpompremmers) worden overwogen, evenals bij patiënten die lage doses aspirine of andere geneesmiddelen gebruiken die het risico op gastro-intestinale voorvallen kunnen verhogen (zie hieronder en rubriek 4.5). Patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale toxiciteit, vooral ouderen, moeten alle ongebruikelijke gastro-intestinale symptomen (vooral gastro-intestinale bloedingen) melden, vooral in de beginfase van de behandeling. Controleer zorgvuldig patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die het risico op ulceratie of bloeding kunnen verhogen, zoals orale corticosteroïden, anticoagulantia zoals warfarine, selectieve serotonineheropnameremmers of bloedplaatjesaggregatieremmers zoals aspirine (zie rubriek 4.5). Wanneer Als er gastro-intestinale bloedingen of ulceraties optreden bij patiënten die Moment gebruiken, moet de behandeling worden stopgezet. NSAID's moeten met voorzichtigheid worden toegediend aan patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale aandoeningen (colitis ulcerosa, ziekte van Crohn), aangezien deze aandoeningen kunnen verergeren (zie rubriek 4.8). Effecten op de nieren: Bij het starten van de behandeling met ibuprofen is voorzichtigheid geboden bij patiënten met aanzienlijke dehydratie. Ibuprofen kan water-, natrium- en kaliumretentie veroorzaken bij patiënten die nog nooit een nierziekte hebben gehad vanwege de effecten op de nierperfusie. Dit kan bij gepredisponeerde patiënten oedeem, hartfalen of hypertensie veroorzaken. Langdurig gebruik van ibuprofen heeft, net als bij andere NSAID’s, geleid tot renale papillaire necrose en andere pathologische veranderingen in de nieren. Over het algemeen kan het gebruikelijke gebruik van analgetica, vooral combinaties van verschillende pijnstillende actieve ingrediënten, leiden tot permanente nierbeschadiging, met het risico op nierfalen (analgetische nefropathie). Niertoxiciteit is waargenomen bij patiënten bij wie renale prostaglandinen een compenserende rol spelen bij het in stand houden van de nierperfusie. De toediening van NSAID's bij deze patiënten kan leiden tot een dosisafhankelijke vermindering van de vorming van prostaglandinen en, als secundair effect, van de renale bloedstroom, wat snel tot nierdecompensatie kan leiden. De patiënten die het grootste risico lopen op deze reacties zijn degenen met een verminderde nierfunctie, hartfalen, leverdisfunctie, ouderen en al die patiënten die diuretica en ACE-remmers gebruiken. Het staken van de behandeling met NSAID's wordt gewoonlijk gevolgd door herstel naar de toestand van vóór de behandeling. Bij gedehydrateerde adolescenten bestaat er een risico op een verminderde nierfunctie. Bij langdurig gebruik de nierfunctie controleren, vooral in gevallen van diffuse lupus erythematosus. Ernstige huidreacties: Ernstige huidreacties, waarvan sommige fataal, waaronder exfoliatieve dermatitis, Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse, zijn zelden gemeld in verband met het gebruik van NSAID’s (zie rubriek 4.8). Patiënten lijken een groter risico te lopen in de vroege stadia van de behandeling: het begin van de reactie treedt in de meeste gevallen op binnen de eerste maand van de behandeling. Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (PEAG) is gemeld in verband met ibuprofen-bevattende geneesmiddelen.

 

INTERACTIES

Interacties Moment 200 mg Pijnstiller 36 Omhulde Tabletten - Welke medicijnen of voedingsmiddelen kunnen het effect van Moment 200 mg Pijnstiller 36 Omhulde Tabletten wijzigen?'

Ibuprofen moet (net als andere NSAID's) met voorzichtigheid worden gebruikt in combinatie met de onderstaande stoffen. Corticosteroïden: verhoogd risico op gastro-intestinale ulceratie of bloeding (zie rubriek 4.4). Anticoagulantia: NSAID’s kunnen de effecten van anticoagulantia, zoals warfarine of heparine, versterken (zie rubriek 4.4). Bij gelijktijdige behandeling wordt controle van de stollingsstatus aanbevolen. Acetylsalicylzuur: Gelijktijdige toediening van ibuprofen en acetylsalicylzuur wordt over het algemeen niet aanbevolen vanwege de kans op verhoogde bijwerkingen. Experimentele gegevens suggereren dat ibuprofen een lage dosis acetylsalicylzuur competitief kan remmen op de bloedplaatjesaggregatie wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig worden toegediend. Hoewel er onzekerheden zijn met betrekking tot de extrapolatie van deze gegevens naar de klinische situatie, kan de mogelijkheid dat regelmatig, langdurig gebruik van ibuprofen de hartbescherming van acetylsalicylzuur bij lage doses kan verminderen, niet worden uitgesloten. Er worden geen relevante klinische effecten waarschijnlijk geacht na incidenteel gebruik van ibuprofen (zie rubriek 5.1). Cyclo-oxygenase-2 (COX-2)-remmers en andere NSAID’s: deze stoffen kunnen het risico op bijwerkingen die het maagdarmkanaal aantasten verhogen (zie rubriek 4.4). Het is echter raadzaam om ibuprofen niet te combineren met acetylsalicylzuur of andere NSAID’s, inclusief selectieve COX-2-remmers, vanwege mogelijke additieve effecten (zie rubriek 4.4). Bloedplaatjesaggregatieremmers en selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s): verhoogd risico op gastro-intestinale bloedingen (zie rubriek 4.4). Diuretica, ACE-remmers (zoals captopril), bètablokkers en angiotensine II-antagonisten: NSAID’s kunnen de diuretica en andere antihypertensiva verminderen. Diuretica kunnen ook het risico op NSAID-geassocieerde nefrotoxiciteit verhogen. Bij sommige patiënten met een verminderde nierfunctie (bijv. gedehydrateerde patiënten of oudere patiënten met een verminderde nierfunctie) kan gelijktijdige toediening van een ACE-remmer of een angiotensine II-antagonist en middelen die het cyclo-oxygenasesysteem remmen, leiden tot een verdere verslechtering van de nierfunctie, waaronder mogelijk acuut nierfalen, dat doorgaans reversibel is. Met deze interacties moet rekening worden gehouden bij patiënten die Moment gelijktijdig gebruiken met ACE-remmers of angiotensine II-antagonisten. Daarom moet de combinatie met voorzichtigheid worden toegediend, vooral bij oudere patiënten. Patiënten moeten voldoende gehydrateerd zijn en controle van de nierfunctie moet worden overwogen na het starten van de gelijktijdige behandeling en daarna. Fenytoïne en lithium: gelijktijdige toediening van ibuprofen en fenytoïne of lithiumpreparaten kan resulteren in een verminderde eliminatie van deze geneesmiddelen met als gevolg een stijging van hun plasmaspiegels met de mogelijkheid dat de toxische drempel wordt bereikt. Als deze combinatie noodzakelijk wordt geacht, wordt controle van de plasmaspiegels van fenytoïne en lithium aanbevolen om de dosering aan te passen tijdens gelijktijdige behandeling met ibuprofen. Methotrexaat: NSAID's kunnen de tubulaire secretie van methotrexaat remmen en er kunnen enkele metabolische interacties optreden die resulteren in een verminderde klaring van methotrexaat en een verhoogd risico op toxiciteit. Moclobemide: verhoogt ibuprofen. Aminoglycosiden: NSAID's kunnen de uitscheiding van aminoglycosiden verminderen, waardoor de toxiciteit toeneemt. Hartglycosiden: NSAID’s kunnen hartfalen verergeren, de glomerulaire filtratiesnelheid verminderen en de plasmaspiegels van hartglycosiden verhogen. Controle van de serumglycosidespiegels wordt aanbevolen. Cholestyramine: het gelijktijdige middel Toediening van ibuprofen en colestyramine kan de absorptie van ibuprofen uit het maag-darmkanaal verminderen. De klinische relevantie van deze interactie is echter onbekend. Ciclosporine: Gelijktijdige toediening van ciclosporine en sommige NSAID’s veroorzaakt een verhoogd risico op nierbeschadiging. Dit effect kan niet worden uitgesloten voor de combinatie van ciclosporine en ibuprofen. Plantenextracten: Ginkgo Biloba kan het risico op bloedingen verhogen in combinatie met NSAID's. Mifepriston: vanwege de anti-prostaglandine-eigenschappen van NSAID's kan het gebruik ervan na toediening van mifepriston leiden tot een vermindering van de hoeveelheid mifepriston. Er zijn beperkte aanwijzingen dat gelijktijdige toediening van NSAID's en prostaglandinen op dezelfde dag geen nadelige invloed heeft op de effecten van mifepriston of prostaglandine op de rijping van de baarmoederhals of op de contractiliteit van de baarmoeder en de klinische werkzaamheid van het geneesmiddel bij zwangerschapsafbreking niet vermindert. Quinolone-antibiotica: Patiënten die NSAID's en chinolonen gebruiken, kunnen een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van aanvallen. Sulfonylureumderivaten: NSAID’s kunnen het aantal hypoglykemische sulfonylureumderivaten verhogen. Bij gelijktijdige behandeling wordt controle van de bloedsuikerspiegel aanbevolen. Tacrolimus: gelijktijdige toediening van NSAID’s en tacrolimus kan leiden tot een verhoogd risico op nefrotoxiciteit. Zidovudine: er zijn aanwijzingen voor een verhoogd risico op hemartrose en hematoom bij HIV-positieve hemofiliepatiënten bij gelijktijdige behandeling met zidovudine en andere NSAID's. Een hematologisch onderzoek wordt aanbevolen 1-2 weken na aanvang van de behandeling. Ritonavir: kan een verhoging van de plasmaconcentraties van NSAID’s veroorzaken. Probenecide: vertraagt ​​de uitscheiding van ibuprofen, met mogelijke stijging van de plasmaconcentraties. CYP2C9-remmers: Gelijktijdige toediening van ibuprofen en CYP2C9-remmers kan de eliminatie van ibuprofen (CYP2C9-substraat) vertragen, wat resulteert in een verhoogde blootstelling aan ibuprofen. In een onderzoek met voriconazol en fluconazol (CYP2C9-remmers) werd een verhoogde blootstelling aan S(+)-ibuprofen met ongeveer 80% tot 100% waargenomen. Verlaging van de dosis ibuprofen moet worden overwogen in gevallen van gelijktijdige toediening met sterke CYP2C9-remmers, vooral wanneer hoge doses ibuprofen worden toegediend met voriconazol of fluconazol. Alcohol, bisfosfonaten en oxpentifylline (pentoxyfylline): kunnen gastro-intestinale bijwerkingen en het risico op bloedingen en zweren versterken. Baclofen: hoge toxiciteit van baclofen.

 

BIJWERKINGEN

Zoals alle geneesmiddelen kan Moment 200 mg Pijnstiller 36 Omhulde Tabletten bijwerkingen veroorzaken. Wat zijn de bijwerkingen van Moment 200 mg Pijnstiller 36 Omhulde Tabletten?

De bijwerkingen die bij ibuprofen worden waargenomen, komen over het algemeen vaak voor bij andere analgetica, antipyretica en niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen en worden hieronder vermeld met gebruikmaking van de volgende conventie: zeer vaak (>=1/10); vaak (>=1/100, <1/10); soms (>= 1/1.000,< 1/100); zelden (>=1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden geschat). De meest waargenomen bijwerkingen zijn van gastro-intestinale aard. Maagdarmstelselaandoeningen: Maagzweren, perforaties of gastro-intestinale bloedingen, soms fataal, kunnen voorkomen, vooral bij ouderen (zie rubriek 4.4). Gastro-intestinale perforatie bij gebruik van ibuprofen is zelden waargenomen. Na toediening van Moment zijn de volgende bijwerkingen gemeld: zwaar gevoel in de maag, misselijkheid, braken, diarree, winderigheid, obstipatie, dyspepsie, epigastrische pijn, brandend maagzuur, buikpijn, melena, hematemese, ulceratieve stomatitis, exacerbatie van colitis en de ziekte van Crohn (zie rubriek 4.4). Soms: gastritis; zeer zelden: pancreatitis. Immuunsysteemaandoeningen: de volgende bijwerkingen zijn gemeld na behandeling met NSAID’s: niet-specifieke allergische reactie en anafylaxie; soms: overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag van verschillende typen, urticaria, pruritus, purpura, angio-oedeem, exantheem, reacties van de luchtwegen waaronder bronchospasme, dyspneu, astmatische aanval (soms met hypotensie); zelden: lupus erythematosus-syndroom; zeer zelden: ernstige overgevoeligheidsreacties. Symptomen kunnen zijn: ernstig astma, gezichtsoedeem, tongoedeem, larynxoedeem, luchtwegoedeem met bronchospasme, dyspneu, tachycardie, anafylaxie, exfoliatieve en bulleuze dermatitis. Hart- en vaataandoeningen: klinische onderzoeken suggereren dat het gebruik van ibuprofen, vooral bij hoge doseringen (2400 mg/dag), in verband kan worden gebracht met een bescheiden verhoging van het risico op arteriële trombotische voorvallen (bijv. myocardinfarct of beroerte) (zie rubriek 4.4). Zeer zelden: hartkloppingen, hartfalen, myocardinfarct, acuut longoedeem, hypertensie. Andere bijwerkingen waarvoor de causaliteit niet noodzakelijkerwijs is vastgesteld, zijn onder meer: ​​Bloed- en lymfestelselaandoeningen. Zelden: leukopenie, trombocytopenie, neutropenie, agranulocytose, aplastische anemie en hemolytische anemie, remming van de bloedplaatjesaggregatie. Psychiatrische stoornissen. Soms: slapeloosheid, angst; zelden: depressie, verwardheid, hallucinaties. Zenuwstelselaandoeningen. Vaak: duizeligheid; soms: paresthesie, slaperigheid, zelden: optische neuritis. Infecties en parasitaire aandoeningen. Soms: rhinitis; zelden: aseptische meningitis. Rhinitis en aseptische meningitis zijn vooral waargenomen bij patiënten met reeds bestaande auto-immuunziekten (zoals systemische lupus erythematosus en gemengde bindweefselziekte) met symptomen van nekstijfheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, koorts of desoriëntatie (zie rubriek 4.4). Er is een verergering van een infectiegerelateerde ontsteking beschreven (bijvoorbeeld de ontwikkeling van necrotiserende fasciitis). Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen. Soms: bronchospasme, dyspneu, apneu. Oogpathologieën. Soms: visuele stoornissen; zelden: oogverandering resulterend in gezichtsstoornissen, toxische optische neuropathie. Oor- en labyrintaandoeningen. Soms: verminderd gehoor, tinnitus, duizeligheid. Lever- en galaandoeningen. Soms: abnormale leverfunctie, hepatitis en geelzucht; zeer zelden: leverfalen. Pathologieën van de huid en het onderhuidse weefsel. Soms kan allergische huiduitslag optreden (erytheem, jeuk, urticaria). Soms: lichtgevoeligheidsreacties; zeer zelden: bulleuze dermatitis waaronder het syndroom van Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse en erythema multiforme. In uitzonderlijke gevallen ernstige huidinfecties, pathologieën van zacht weefsel kan optreden tijdens een waterpokkeninfectie (zie "Infecties en parasitaire aandoeningen"). Niet bekend: geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (PEAG). Nier- en urinewegaandoeningen. Soms: verminderde nierfunctie en toxische nefropathie in verschillende vormen, waaronder interstitiële nefritis, nefrotisch syndroom en nierfalen; zelden: hyperazotemie. Systemische pathologieën en aandoeningen met betrekking tot de toedieningsplaats. Vaak: malaise, vermoeidheid; zelden: oedeem. Diagnostische tests. Zelden: verhoogde transaminasen, verhoogde alkalische fosfatase, verlaagde hemoglobine, verlaagde hematocriet, verlengde bloedingstijd, verlaagd calcium in het bloed, verhoogd urinezuur in het bloed. Melding van vermoedelijke bijwerkingen. Het melden van vermoedelijke bijwerkingen die optreden na toelating van het geneesmiddel is belangrijk, omdat hierdoor een continue monitoring van de baten/risicoverhouding van het geneesmiddel mogelijk is. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem op https://www.aifa.gov.it/content/segnalazioni-reazioni-avverse.

 

ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, geeft u borstvoeding of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u Moment 200 mg Pijnstiller 36 Omhulde Tabletten inneemt.

Zwangerschap: remming van de prostaglandinesynthese kan een negatieve invloed hebben op de zwangerschap en/of de ontwikkeling van het embryo/de foetus. Resultaten van epidemiologische onderzoeken suggereren een verhoogd risico op een miskraam, hartmisvormingen en gastroschisis na het gebruik van een prostaglandinesyntheseremmer tijdens de vroege zwangerschap. Het absolute risico op hartmisvormingen nam toe van minder dan 1% tot ongeveer 1,5%. Er wordt gedacht dat het risico toeneemt met de dosis en de duur van de behandeling. Bij dieren is aangetoond dat de toediening van prostaglandinesyntheseremmers een toename van pre- en post-implantatieverlies en embryo-foetale sterfte veroorzaakt. Bovendien is een verhoogde incidentie van verschillende misvormingen, waaronder cardiovasculaire misvormingen, gemeld bij dieren waaraan tijdens de organogenetische periode prostaglandinesyntheseremmers werden toegediend. Vanaf de twintigste week van de zwangerschap kan het gebruik van Moment oligohydramnion veroorzaken als gevolg van foetale nierdisfunctie. Dit kan kort na het starten van de behandeling optreden en is gewoonlijk reversibel na stopzetting. Bovendien zijn gevallen van vernauwing van de ductus arteriosus gemeld na behandeling in het tweede trimester, waarvan de meeste verdwenen nadat de behandeling was stopgezet. Daarom mag Moment tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap niet worden toegediend, tenzij strikt noodzakelijk. Als Moment wordt gebruikt door een vrouw die zwanger probeert te worden of tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap, moeten de dosis en de duur van de behandeling zo laag mogelijk worden gehouden. Na blootstelling aan Moment gedurende meerdere dagen vanaf zwangerschapsweek 20 dient prenatale controle op oligohydramnion en vernauwing van de ductus arteriosus te worden overwogen. Moment moet worden stopgezet als oligohydramnion of vernauwing van de ductus arteriosus wordt ervaren. Tijdens het derde trimester van de zwangerschap kunnen alle remmers van de prostaglandinesynthese de foetus blootstellen aan: cardiopulmonale toxiciteit (voortijdige vernauwing/sluiting van de ductus arteriosus en pulmonale hypertensie); nierdisfunctie (zie hierboven); de moeder en de pasgeborene, aan het einde van de zwangerschap, blootgesteld aan: mogelijke verlenging van de bloedingstijd, een anti-aggregatie-effect dat zelfs bij zeer lage doses kan optreden; remming van de samentrekkingen van de baarmoeder, resulterend in een vertraagde of langdurige bevalling. Daarom is Moment gecontra-indiceerd tijdens het derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.3 en 5.3). Borstvoeding: Ibuprofen wordt uitgescheiden in de moedermelk, maar bij therapeutische doses tijdens kortdurende behandeling lijkt het risico op beïnvloeding van de pasgeborene onwaarschijnlijk. Als de behandeling echter van langere duur is, moet vroeg afbouwen worden overwogen. NSAID's moeten tijdens het geven van borstvoeding worden vermeden. Vruchtbaarheid: Het gebruik van Ibuprofen kan de vrouwelijke vruchtbaarheid in gevaar brengen en wordt niet aanbevolen bij vrouwen die proberen zwanger te worden. Dit effect is omkeerbaar na stopzetting van de behandeling. Bij vrouwen die problemen hebben om zwanger te worden of bij wie onderzoek wordt gedaan naar onvruchtbaarheid, moet stopzetting van de behandeling met ibuprofen worden overwogen.

1 van 4

Responsabilità del contenuto
Questa scheda riporta informazioni che non intendono sostituire una diagnosi o consigli del medico, poichè solo il medico può stilare qualsiasi prescrizione e dare indicazione terapeutica. Tutti i contenuti devono intendersi e sono di natura esclusivamente informativa e volti esclusivamente a portare a conoscenza dei clienti o dei potenziali clienti in fase di pre-acquisto dei prodotti venduti attraverso il presente sito. In caso di patologie, disturbi o allergie è sempre bene consultare prima il proprio medico curante.

Nota bene
Le denominazioni dei prodotti, gli ingredienti e le percentuali indicati nelle descrizioni sono puramente indicativi, potrebbero subire variazioni o aggiornamenti da parte delle aziende produttrici. Per l'impossibilità di adeguarsi in tempo reale a tali aggiornamenti, le foto e le informazioni tecniche dei prodotti inseriti su Dottortili.com possono differire da quelle riportate in etichetta o in altro modo diffuse dalle aziende produttrici. L'unico elemento di identificazione risulta essere il codice ministeriale MINSAN. La farmacia online Dottortili.com non garantisce la veridicità e l'attualità delle informazioni pubblicate e declina ogni responsabilità in ordine ad eventuali errori, omissioni o mancati aggiornamenti delle stesse. Dottortili.com non si assume responsabilità per danni di qualsiasi natura che possano derivare dall'accesso alle informazioni pubblicate.

Fonte dei dati: Farmadati Italia
Sito internet: www.farmadati.it

La Banca Dati Farmadati Italia è utilizzata dalla quasi totalità delle farmacie, parafarmacie, erboristerie, sanitarie, GDO, medici informatizzati ecc. grazie alla garanzia di affidabilità, serietà e professionalità storiche dell’azienda sul territorio nazionale.

Il sistema di gestione Farmadati Italia S.r.l è conforme ai requisiti delle norme UNI EN ISO 9001:2015 per i sistemi di gestione per la qualità e UNI CEI ISO/IEC 27001:2017 per i sistemi di gestione della sicurezza delle informazioni.