
ACTIEVE INGREDIËNTEN
Actieve ingrediënten in Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Wat is het actieve ingrediënt in Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg?
Aspirine 400 mg bruistabletten met vitamine C, één tablet bevat actieve ingrediënten: acetylsalicylzuur 400 mg; ascorbinezuur (vitamine C) 240 mg. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
HULPSTOFFEN
Samenstelling van Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Wat bevat Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg?
Hulpstoffen: mononatriumcitraat, natriumbicarbonaat, natriumcarbonaat, citroenzuur.
INDICATIES
Therapeutische indicaties Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Waarom wordt Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg gebruikt? Waar is het voor?
Symptomatische therapie van koortsachtige toestanden en griep- en verkoudheidssyndromen. Symptomatische behandeling van hoofdpijn en tandpijn, neuralgie, menstruatiepijn, reumatische en spierpijn.
CONTRA-INDICATIES
Contra-indicaties Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Wanneer mag Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg niet worden gebruikt?
/EFF.SECONDAR Aspirine bruistabletten met vitamine C zijn gecontra-indiceerd in geval van: overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen (acetylsalicylzuur en ascorbinezuur), voor andere analgetica (pijnstillers)/pyretica (antipyretica)/niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) of voor één van de hulpstoffen; gastroduodenale zweer; hemorragische diathese; ernstig nier-, hart- of leverfalen; glucose-6-fosfaatdehydrogenasedeficiëntie (G6PD/favisme); gelijktijdige behandeling met methotrexaat (in doses van 15 mg/week of meer) of warfarine (zie rubriek 4.5); voorgeschiedenis van astma veroorzaakt door de toediening van salicylaten of stoffen met vergelijkbare activiteit, in het bijzonder niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen; laatste trimester van de zwangerschap en borstvoeding (zie rubriek 4.6); kinderen en jongeren onder de 16 jaar. Nefrolithiasis of een voorgeschiedenis van nefrolithiasis; hyperoxalurie; hemochromatose
DOSERING
Hoeveelheid en wijze van inname van Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Hoe wordt Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg ingenomen?
Volwassenen: 1-2 tabletten als een enkele dosis, indien nodig de dosis herhalen met tussenpozen van 4-8 uur tot 3-4 keer per dag. Aspirine C moet vóór gebruik altijd worden opgelost (1 tablet in een half glas water). Het gebruik van het product is uitsluitend voorbehouden aan volwassen patiënten. Gebruik altijd de minimaal effectieve dosering en verhoog deze alleen als deze niet voldoende is om de symptomen (pijn en koorts) te verlichten. Degenen die het meest zijn blootgesteld aan het risico op ernstige bijwerkingen en die het geneesmiddel alleen kunnen gebruiken als de arts dit heeft voorgeschreven, moeten de instructies nauwgezet opvolgen (zie rubriek 4.4). Gebruik het geneesmiddel zo kort mogelijk. Gebruik het product niet langer dan 3 - 5 dagen zonder medisch advies. Raadpleeg uw arts als de symptomen aanhouden. Neem het geneesmiddel bij voorkeur in na de hoofdmaaltijden of in ieder geval op een volle maag. Speciale populaties. Pediatrische patiënten: Aspirine-bruistabletten met vitamine C zijn niet geïndiceerd voor gebruik bij pediatrische patiënten (zie rubriek 4.4). Ouderen: gebruik bij oudere patiënten de minimaal effectieve dosering. Patiënten met een verminderde leverfunctie: Acetylsalicylzuur dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.4). Patiënten met een verminderde nierfunctie: Acetylsalicylzuur moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie (zie rubriek 4.4).
BEHOUD
Bewaren Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Hoe wordt Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg bewaard?
Bewaren bij een temperatuur onder de 25 graden C.
WAARSCHUWINGEN
Waarschuwingen Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Over Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg is het belangrijk om te weten dat:
Overgevoeligheidsreacties: acetylsalicylzuur en andere NSAID's kunnen overgevoeligheidsreacties veroorzaken (waaronder astma-aanvallen, rhinitis, angio-oedeem of urticaria). Het risico is groter bij personen die in het verleden al een overgevoeligheidsreactie hebben vertoond na het gebruik van dit type geneesmiddel (zie rubriek 4.3) en bij personen die allergische reacties vertonen op andere stoffen (bijv. huidreacties, jeuk, urticaria). Bij personen met astma en/of rhinitis (met of zonder neuspoliepen) en/of urticaria kunnen de reacties frequenter en ernstiger zijn. In zeldzame gevallen kunnen reacties zeer ernstig en mogelijk fataal zijn. In de volgende gevallen is voor de toediening van het geneesmiddel een doktersrecept vereist, na zorgvuldige evaluatie van de risico-batenverhouding. Personen met een verhoogd risico op overgevoeligheidsreacties (zie hierboven). Personen met een verhoogd risico op gastro-intestinale laesies: acetylsalicylzuur en andere NSAID's kunnen ernstige bijwerkingen op gastro-intestinaal niveau veroorzaken (bloeding, zweer, perforatie). Om deze reden mogen deze geneesmiddelen niet worden gebruikt door personen die lijden aan maagzweren of maag-darmbloedingen. Het is ook verstandig voor degenen die in het verleden last hebben gehad van gastro-intestinale zweren of gastro-intestinale bloedingen om het gebruik ervan te vermijden. Het risico op gastro-intestinale laesies is een dosisgerelateerd effect, aangezien gastro-intestinale laesies groter zijn bij personen die hogere doses acetylsalicylzuur gebruiken. Zelfs personen die de gewoonte hebben grote hoeveelheden alcohol te drinken, lopen een groter risico op gastro-intestinale laesies (met name bloedingen) (zie paragraaf 4.5). Personen met stollingsdefecten of die worden behandeld met anticoagulantia: bij personen die lijden aan stollingsdefecten of worden behandeld met anticoagulantia, kunnen acetylsalicylzuur en andere NSAID's een ernstige vermindering van de hemostatische capaciteit veroorzaken, waardoor ze worden blootgesteld aan het risico op bloedingen. Personen met een verminderde nier-, hart- of leverfunctie: acetylsalicylzuur en andere NSAID's kunnen een kritische vermindering van de nierfunctie en het vasthouden van water veroorzaken; het risico is groter bij personen die worden behandeld met diuretica. Dit kan vooral gevaarlijk zijn voor ouderen en voor mensen met een verminderde nier-, hart- of leverfunctie. Personen die lijden aan astma: acetylsalicylzuur en andere NSAID's kunnen een verergering van astma veroorzaken. Geriatrische leeftijd (vooral ouder dan 75 jaar): het risico op ernstige bijwerkingen is groter bij geriatrische personen. Personen ouder dan 70 jaar mogen, vooral als er gelijktijdige therapieën zijn, Aspirine alleen gebruiken na overleg met hun arts. Aspirine mag niet worden gebruikt bij pediatrische patiënten (zie rubriek 4.3). Producten die acetylsalicylzuur bevatten mogen niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten jonger dan 16 jaar met virale infecties, ongeacht de aan- of afwezigheid van koorts. Bij bepaalde virusziekten, vooral influenza A, influenza B en waterpokken, bestaat het risico op het syndroom van Reye, een zeer zeldzame maar levensbedreigende ziekte die onmiddellijk medisch ingrijpen vereist. Het risico kan verhoogd zijn bij gelijktijdige inname van acetylsalicylzuur, hoewel een causaal verband niet is aangetoond. Aanhoudend braken bij patiënten met deze ziekten kan een teken zijn van het syndroom van Reye. Personen met hyperurikemie/jicht: acetylsalicylzuur kan de eliminatie van urinezuur verstoren: hoge doses hebben een uricosurisch effect, terwijl (zeer) lage doses de uitscheiding ervan kunnen verminderen. Er moet ook rekening mee worden gehouden dat acetylsalicylzuur en andere NSAID's de symptomen van jicht kunnen maskeren, waardoor de diagnose wordt uitgesteld. Een antagonistisch effect met i. is ook mogelijk uricosurische geneesmiddelen (zie rubriek 4.5). Personen met een predispositie voor calcium-oxale nefrolithiasis (nierstenen) of met recidiverende nefrolithiasis. Aspirine bruistabletten met vitamine C: Vitamine C (ascorbinezuur) moet met voorzichtigheid worden gebruikt door personen met een predispositie voor calciumoxale nefrolithiasis (nierstenen) of met recidiverende nefrolithiasis. Combinatie van geneesmiddelen die niet worden aanbevolen of die speciale voorzorgsmaatregelen of dosisaanpassing vereisen: het gebruik van acetylsalicylzuur in combinatie met sommige geneesmiddelen kan het risico op ernstige bijwerkingen verhogen (zie rubriek 4.5). Gebruik acetylsalicylzuur niet samen met een ander NSAID en gebruik in ieder geval niet meer dan één NSAID tegelijk. Als u een operatie moet ondergaan (zelfs een kleine, bijvoorbeeld het trekken van een tand) en u de afgelopen dagen acetylsalicylzuur of een ander NSAID heeft gebruikt, moet u uw chirurg hiervan op de hoogte stellen vanwege de mogelijke effecten op de bloedstolling. Omdat acetylsalicylzuur gastro-intestinale bloedingen kan veroorzaken, moet hiermee rekening worden gehouden als het nodig is om naar occult bloed te zoeken. Voordat een geneesmiddel wordt toegediend, moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen om ongewenste reacties te voorkomen; bijzonder belangrijk is de uitsluiting van eerdere overgevoeligheidsreacties op dit of andere geneesmiddelen en de uitsluiting van andere contra-indicaties of aandoeningen waardoor u mogelijk wordt blootgesteld aan het risico op mogelijk ernstige bijwerkingen die hierboven zijn vermeld. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Onvoldoende en langdurige opslag van Aspirine C kan variaties in de kleur van de tablet veroorzaken, die op zichzelf de activiteit of verdraagbaarheid van het actieve ingrediënt niet beïnvloeden. In dit geval is het toch raadzaam om bij de apotheek te vragen of de verpakking vervangen moet worden. Het product moet op een volle maag worden ingenomen. Informatie over hulpstoffen: Dit geneesmiddel bevat 467 mg natrium per bruistablet, overeenkomend met 23% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
INTERACTIES
Interacties Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg - Welke medicijnen of voedingsmiddelen kunnen de werking van Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg beïnvloeden?'
Gecontra-indiceerde combinaties (vermijd gelijktijdig gebruik - zie rubriek 4.3). Methotrexaat (doses groter dan of gelijk aan 15 mg/week): verhoging van de plasmaspiegels en toxiciteit van methotrexaat; het risico op toxische effecten is groter als de nierfunctie aangetast is. Warfarine: ernstige toename van het risico op bloedingen als gevolg van versterking van het antistollingseffect. Combinaties die niet worden aanbevolen (voor gelijktijdig gebruik van de twee geneesmiddelen is een doktersrecept vereist na zorgvuldige evaluatie van de risico-batenverhouding - zie rubriek 4.4): Bloedplaatjesaggregatieremmers: verhoogd risico op bloedingen als gevolg van de som van het plaatjesaggregatieremmende effect. Orale of parenterale trombolytica of anticoagulantia: verhoogd risico op bloedingen als gevolg van versterking van het farmacologische effect. NSAID's (exclusief lokaal gebruik): verhoogd risico op ernstige bijwerkingen. Methotrexaat (doses lager dan 15 mg/week): er moet ook rekening gehouden worden met het verhoogde risico op toxische effecten (zie hierboven) bij behandeling met methotrexaat in lage doses. Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's): verhoogd risico op bloedingen in het bovenste deel van het maag-darmkanaal vanwege een mogelijk synergetisch effect. Verenigingen die bijzondere voorzorgsmaatregelen of dosisaanpassing vereisen (gelijktijdig gebruik van de twee geneesmiddelen vereist een doktersrecept na zorgvuldige evaluatie van de risico-batenverhouding - zie paragraaf 4.4). ACE-remmers: vermindering van het hypotensieve effect; verhoogd risico op een verminderde nierfunctie. Valproïnezuur: versterkt effect van valproïnezuur (risico op toxiciteit). Antacida: Antacida die tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden ingenomen, kunnen de absorptie ervan verminderen; de uitscheiding van acetylsalicylzuur neemt toe in alkalische urine. Antidiabetica (bijv. insuline en orale hypoglykemische middelen): versterkt hypoglykemisch effect; Bij het gebruik van acetylsalicylzuur bij personen die worden behandeld met antidiabetica moet rekening worden gehouden met het risico op het induceren van hypoglykemie. Digoxine: stijging van de plasmaconcentratie van digoxine als gevolg van verminderde renale eliminatie. Diuretica: verhoogd risico op nefrotoxiciteit van acetylsalicylzuur en andere NSAID's; vermindering van het effect van diuretica. Acetazolamide: verminderde eliminatie van acetazolamide (risico op toxiciteit). Fenytoïne: versterkt effect van fenytoïne. Corticosteroïden (met uitzondering van die voor lokaal gebruik en die gebruikt voor de behandeling van bijnierschorsinsufficiëntie): a) verhoogd risico op gastro-intestinale laesies; b) als gevolg van de verhoogde eliminatie van salicylaten geïnduceerd door corticosteroïden is er een verlaging van de plasmaspiegels van salicylaat. Aan de andere kant kan na stopzetting van de behandeling met corticosteroïden een overdosis salicylaten optreden. Metoclopramide: verhoging van de werking van acetylsalicylzuur door verhoging van de absorptiesnelheid. Uricosurica (bijv. probenecide, benzbromaron): afname van het uricosurische effect. Zafirlukast: verhoogde plasmaconcentratie van zafirlukast. Deferoxamine. Aspirine bruistabletten met vitamine C: het gelijktijdige gebruik van ascorbinezuur kan verhoogde weefseltoxiciteit van ijzer veroorzaken, vooral op hartniveau, en hartfalen veroorzaken. Aspirine bruistabletten met vitamine C bevatten buffersystemen die de werking van het schildklierhormoon Levothyroxine kunnen verminderen. Alcohol (zie rubriek 4.4): de som van de effecten van alcohol en acetylsalicylzuur veroorzaakt verhoogde schade aan het maagdarmslijmvlies en verlenging van de bloedingstijd. Het is echter raadzaam om geen andere geneesmiddelen oraal toe te dienen binnen 1 tot 2 uur na gebruik van het product. Interferentie met klinische laboratoriumtests. Vitamine C: Omdat vitamine C een reductiemiddel is (d.w.z. een elektronendonor), kan het chemische interferentie veroorzaken bij laboratoriumtests waarbij oxidatie-reductiereacties, zoals analyses van glucose, creatinine, carbamazepine, urinezuur in urine, serum en occult bloed in ontlasting. Vitamine C kan interfereren met tests die urine- en bloedglucose meten, wat kan leiden tot een onjuiste aflezing van de resultaten, zelfs als het geen effect heeft op de bloedsuikerspiegel.
BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg bijwerkingen veroorzaken. Wat zijn de bijwerkingen van Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg?
De meest frequent waargenomen bijwerkingen hebben betrekking op het maag-darmstelsel en kunnen optreden bij ongeveer 4% van de personen die acetylsalicylzuur als analgeticum en antipyreticum gebruiken. Dit percentage neemt aanzienlijk toe bij personen met een risico op gastro-intestinale stoornissen. Deze aandoeningen kunnen gedeeltelijk worden verlicht door het geneesmiddel op een volle maag in te nemen. De meeste bijwerkingen zijn afhankelijk van zowel de dosis als de duur van de behandeling. De bijwerkingen die bij acetylsalicylzuur worden waargenomen, komen over het algemeen ook voor bij andere NSAID’s. Bloed- en lymfestelselaandoeningen: verlengde bloedingstijd, bloedarmoede als gevolg van gastro-intestinale bloedingen, vermindering van het aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) in uiterst zeldzame gevallen. Na een bloeding kan bloedarmoede/bloedarmoede door ijzertekort optreden (bijvoorbeeld als gevolg van occulte microbloedingen) met de daarmee samenhangende veranderingen in laboratoriumparameters en de daarmee samenhangende klinische tekenen en symptomen zoals asthenie, bleekheid en hypoperfusie. Zenuwstelselaandoeningen: hoofdpijn, duizeligheid. Zelden: Reye-syndroom (*). Zelden tot zeer zelden: hersenbloeding, vooral bij patiënten met ongecontroleerde hypertensie en/of die anticoagulantia gebruiken, wat in geïsoleerde gevallen mogelijk dodelijk kan zijn. Oor- en labyrintaandoeningen: tinnitus (zoemen/ritselen/suizen/fluiten in de oren). Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: ademhalingsziekte verergerd door acetylsalicylzuur, astmasyndroom, rhinitis (overvloedige rinorroe), verstopte neus (geassocieerd met overgevoeligheidsreacties). Epistaxis. Hartaandoeningen: cardiorespiratoire klachten (geassocieerd met overgevoeligheidsreacties). Oogaandoeningen: conjunctivitis (geassocieerd met overgevoeligheidsreacties). Maagdarmstelselaandoeningen: gastro-intestinale bloeding (occult), maagstoornissen, brandend maagzuur, gastro-intestinale pijn, gingivorrhagie. Braken, diarree, misselijkheid, krampachtige buikpijn (geassocieerd met overgevoeligheidsreacties). Zelden: gastro-intestinale ontsteking, gastro-intestinale erosie, gastro-intestinale ulceratie, hematemesis (braken van bloed of materiaal), melena (doorgang van zwarte ontlasting, luizen), oesofagitis. Zeer zelden: hemorragische gastro-intestinale ulcera en/of gastro-intestinale perforatie met de bijbehorende klinische tekenen en symptomen en veranderingen van laboratoriumparameters. Frequentie niet bekend (vooral bij langdurige behandeling): ziekte van de darmmembranen. Lever- en galaandoeningen. Zelden: hepatotoxiciteit (doorgaans milde en asymptomatische hepatocellulaire schade), die zich manifesteert door een toename van transaminasen. Huid- en onderhuidaandoeningen: huiduitslag, oedeem, urticaria, pruritus, erytheem, angio-oedeem (geassocieerd met overgevoeligheidsreacties). Nier- en urinewegaandoeningen: verandering van de nierfunctie (in aanwezigheid van aandoeningen van veranderde nierhemodynamiek) en acuut nierletsel, urogenitale bloedingen. Algemene aandoeningen en aandoeningen met betrekking tot de toedieningsplaats: procedurele bloedingen, hematomen. Immuunsysteemaandoeningen. Zelden: anafylactische shock met gerelateerde veranderingen in laboratoriumparameters en klinische manifestaties. (*) Reye-syndroom (SdR). SdR manifesteert zich aanvankelijk met braken (aanhoudend of terugkerend) en met andere tekenen van encefalische problemen van verschillende gradaties: van lusteloosheid, slaperigheid of persoonlijkheidsveranderingen (prikkelbaarheid of agressiviteit) tot desoriëntatie, verwarring of delirium tot convulsies of bewustzijnsverlies. Er moet rekening worden gehouden met de variabiliteit van het ziektebeeld: zelfs braken kan afwezig zijn of vervangen worden door diarree. Als deze symptomen optreden in de dagen onmiddellijk na een griepepisode (of griepachtige of waterpokken of andere virale infectie) tijdens welke acetylsalicylzuur of andere geneesmiddelen zijn toegediend die salicylaten bevatten, moet de aandacht van de arts onmiddellijk worden gevestigd op de mogelijkheid van een RDS. Melding van vermoedelijke bijwerkingen. Het melden van vermoedelijke bijwerkingen die optreden na toelating van het geneesmiddel is belangrijk, omdat hierdoor een continue monitoring van de baten/risicoverhouding van het geneesmiddel mogelijk is. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem van het Italiaanse Geneesmiddelenbureau: https://www.aifa.gov.it/content/segnalazioni-reazioni-avverse.
ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING
Bent u zwanger, vermoedt u dit of bent u van plan zwanger te worden, of geeft u borstvoeding? Vraag dan uw arts om advies voordat u Aspirine C 20 Bruistabletten 400+240 mg inneemt.
Vruchtbaarheid: het gebruik van acetylsalicylzuur en geneesmiddelen die de prostaglandinesynthese en cyclo-oxygenase remmen, kunnen de vruchtbaarheid verstoren; vrouwelijke proefpersonen en in het bijzonder vrouwen die vruchtbaarheidsproblemen hebben of vruchtbaarheidsonderzoek ondergaan, moeten hiervan op de hoogte worden gesteld. Zwangerschap: remming van de prostaglandinesynthese kan een negatieve invloed hebben op de zwangerschap en/of de ontwikkeling van het embryo/de foetus. Resultaten van epidemiologische onderzoeken suggereren een verhoogd risico op een miskraam, hartmisvormingen en gastroschisis na het gebruik van een prostaglandinesyntheseremmer in de vroege stadia van de zwangerschap. Het absolute risico op hartmisvormingen was verhoogd van minder dan 1% naar ongeveer 1,5%. Er wordt geschat dat het risico toeneemt met de dosis en de duur van de behandeling. Bij dieren is aangetoond dat de toediening van prostaglandinesyntheseremmers een toename van pre- en post-implantatieverlies en embryo-foetale sterfte veroorzaakt. Bovendien is een verhoogde incidentie van verschillende misvormingen, waaronder cardiovasculaire misvormingen, gemeld bij dieren waaraan tijdens de organogenetische periode prostaglandinesyntheseremmers werden toegediend. Vanaf de twintigste week van de zwangerschap kan het gebruik van acetylsalicylzuur oligohydramnion veroorzaken als gevolg van foetale nierdisfunctie. Deze aandoening kan kort na het starten van de behandeling optreden en is gewoonlijk reversibel na stopzetting van de behandeling. Bovendien zijn gevallen van vernauwing van de ductus arteriosus gemeld na behandeling in het tweede trimester, waarvan de meeste verdwenen nadat de behandeling was stopgezet. Daarom mag acetylsalicylzuur tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap niet worden toegediend tenzij dit duidelijk noodzakelijk is. Als acetylsalicylzuur wordt gebruikt door een vrouw die zwanger wil worden, of tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap, moet de laagst mogelijke dosis gedurende de kortst mogelijke tijd worden gebruikt. Na blootstelling aan acetylsalicylzuur gedurende meerdere dagen vanaf de twintigste week van de zwangerschap moet prenatale controle op oligohydramnion en vernauwing van de ductus arteriosus worden overwogen. In geval van oligohydramnion of vernauwing van de ductus arteriosus moet de behandeling met aspirine met vitamine C worden onderbroken. Tijdens het derde trimester van de zwangerschap kunnen alle remmers van de prostaglandinesynthese de foetus blootstellen aan: cardiopulmonale toxiciteit (voortijdige vernauwing/sluiting van de ductus arteriosus en pulmonale hypertensie); nierdisfunctie (zie hierboven); de moeder en het ongeboren kind, aan het einde van de zwangerschap, blootgesteld aan: mogelijke verlenging van de bloedingstijd, een antiaggregatie-effect dat zelfs bij zeer lage doses kan optreden; remming van de samentrekkingen van de baarmoeder, wat leidt tot uitstel of verlenging van de bevalling. Daarom is aspirine met vitamine C gecontra-indiceerd tijdens het derde trimester van de zwangerschap. Borstvoeding: Aspirine met vitamine C is gecontra-indiceerd tijdens het geven van borstvoeding (zie rubriek 4.3).








